MOSKEE ALRIDAA

VROUWEN

HOOFDDOEKEN (a never ending story)


‘HET HOOFDDOEKVERBOD IS EEN COMPLIMENT’

Exact dertien jaar geleden werd ik voor het eerst geconfronteerd met de ‘hoofdoekenkwestie’. Wie bepaalt überhaupt wat je wel of niet mag dragen op je hoofd en met welk recht? Patrick Janssens, toenmalige burgemeester van Antwerpen, eigende zich dit recht toe en creëerde een monster met een nog monsterlijkere impact op (jonge) moslima’s. Zijn ‘hoofddoekenverbod’ was post 11 september een symbolische bekroning van de criminalisering van de islam en de groeiende islamofobie en dat betekende het einde van een carrière voor vele moslima’s.

Dertien jaar later, post-lockdown en te midden van een wereldwijde gezondheidscrisis, laait de discussie in Vlaanderen weer eens op. Het Hoger Gerechtshof oordeelt dat hogescholen studentes met hoofddoek mogen weigeren op basis van hun neutraliteitsprincipe. Hoe is het mogelijk dat deze instanties die neutraliteit opdringen bij moslima’s, tegelijkertijd kerstbomen zetten, paaseieren uitdelen en kruisbeelden laten hangen? Los van het feit dat er wordt gewogen met twee maten en gewichten is deze “neutraliteit” duidelijk onderworpen aan een Westers ideaalbeeld en daar hoort, onder andere de islam niet in thuis.

Het probleem is deels een probleem van vertegenwoordiging. Net zoals het debat over “black lives matter” wordt gevoerd door blanke vertegenwoordigers en dus eigenlijk niet wordt vertegenwoordigd, wordt het debat over de hoofddoek voornamelijk gevoerd door mensen die er zelf geen dragen. En ik maak deze vergelijking niet om “het debat over racisme te kapen”, zoals mijnheer ‘Jurgen Slembrouck’ dat stelt.

Het gaat hier om beslissingen die gemaakt worden door mensen die zelf niet worden gediscrimineerd omdat zij voldoen aan het ideaalbeeld van het witte, Westerse (neutraliteits)principe. Het gaat hier om mensenlevens die worden verwoest, letterlijk en figuurlijk omwille van een zeer beperkende visie op wat een “juist voorkomen” is. En daarbij is het verschil tussen huidskleur of religieuze beleving niet relevant. Ook al is dat laatste “een keuze”. De veruitwendiging van een religie is afhankelijk van welke religie men volgt, meer of minder belangrijk. Dat maakt dat dit neutraliteitsprincipe niet voor iedereen gelijk is en dat bepaalde religies, waarbij de klederdracht een onderdeel van het geloof is wél zwaar gediscrimineerd worden.

Ik wil hier niet uiteenzetten waarom moslima’s überhaupt een hoofddoek dragen of waarom het idee van “bevrijding” achterhaald is, daar is al genoeg over geschreven. Ik wil vanuit mijn eigen ervaring een visie meedelen waar niemand met een woord over rept, namelijk dat gesluierde moslima’s een bedreiging lijken te vormen. Wij zijn een bedreiging voor een maatschappij waarin nog teveel mensen de hoofddoek associëren met een gebrek aan emancipatie, marginaliteit en achteruitgesteldheid. Wij staan vandaag niet meer aan de haard. Moslima’s met en zonder sluiers zijn vertegenwoordigd in vele werkvelden en op hoog niveau. Zij zijn ook onze dokters en juristen.

Wij maken toekomst en dat steekt de bekrompen Vlaming tegen. Het soort Vlaming dat zich krampachtig vasthoudt aan een Vlaams ideaalbeeld dat niet langer actueel is en dat diversiteit en vooral religiositeit in al zijn vormen, maar nog meer in de vorm van een sluier, schuwt. Dat is de enige, ware grondslag van het hoofddoekenverbod en het is een verdoken compliment voor elke vrouw (gesluierd of niet) die vecht voor haar ambities.

Zowel het oordeel van het Hoger Gerechtshof an sich als de passieve houding ten aanzien van deze groteske discriminatie is een regelrechte belediging voor de moeder van het hoger onderwijs, Fatima Al Fihri. Nota bene,een gesluierde moslima. Zoek het op, maar vooral: onthoud het en vertel het verder. Het verbod op de hoofddoek in het hoger onderwijs maakt duidelijk dat het nooit de intentie is geweest om “kwetsbare moslima’s” te beschermen tegen hun onderdrukkers en zogenaamde eigen onwetendheid. Het is een vals en walgelijk voorwendsel om net het tegendeel te bereiken, namelijk het achteruitstellen van de gesluierde vrouw. Haar terug aan de haard zetten, waar niemand haar ziet staan.

Temidden van de wereldwijde crisis, maken wij ons in eerste instantie zorgen om onze gezondheid en dat van onze dierbaren. Wij liggen wakker van facturen die opstappelen en wat voor staartje deze pandemie nog krijgt. Wij proberen, net zoals elke, normale mens op deze wereld een houvast te vinden in de gekte. Daarbovenop dwingt u ons nu ook nog om ongerust te zijn over onze academische toekomst en dat van onze dochters.

Als u ons, als tegenstanders van het verbod echt een plezier willen doen, noem het beest bij zijn echte naam. Nu vechten wij tegen een algemeen aanvaardbaar begrip dat de ware grondslag van het probleem verbergt. Het heet niet ‘neutraliteit’ (ook niet in gesloten vorm), het heet ‘anti-islam’. ‘Racisme’ ontstond uit het idee van ‘suprematie’. Het was het geloof in dat laatste dat het aanvaardbaar maakte om mensen openlijk en “gerechtvaardigd” op basis van hun huidskleur te discrimineren. Zo rechtvaardigt het geloof in dit neutraliteitsbeginsel de discriminatie van moslims.

Zolang men dit principe blijft verdedigen zal de hoofddoek en religie in het algemeen een probleem blijven. Niet alleen voor ons, maar ook voor wie minder sluiers in het straatbeeld wil. Want het werkt duidelijk averechts, steeds meer vrouwen dragen het uit verzet (en uiteindelijk om de juiste reden). Helaas betekent dat ook steeds meer vrouwen die zullen moeten strijden. Wij zijn moe gestreden. We zijn het kotsbeu, maar we zijn nog lang niet verslagen.

Siham EH

 

https://www.vrt.be/vrtnws/nl/2020/06/17/de-recuperatie-van-het-islamdebat/